dinsdag, december 30, 2008

Vertel mij wie ik ben... (it's all about me, me, me)

Voor degenen die hem gemist hebben op life and cooking.nl mijn introductieblog:


Of ik even een stukje wilde schrijven over mijzelf. Er is niks moeilijkers dan iets over jezelf schrijven. Want wie ben ik? Dat vraag ik mij ook regelmatig af, dus de beste manier om daar achter te komen was om het de mensen om mij heen te vragen.

Mijn moeder keek mij verliefd aan; je bent nog altijd mijn baby, mijn appeltje, mijn lieve paphoofd. Terwijl mijn moeder de fotoalbums uit de kast trok, en mijn babysokjes knuffelde, rende ik vlug naar mijn beste vriendin. Er moet toch iemand iets zinnigs te melden hebben?

Nadat ze diep had nagedacht, kreeg ik midden in de nacht een lange e-mail:
“Je bent optimistisch, enthousiast, ruimdenkend, heel zorgzaam, reislustig, nieuwsgierig, lief en uiterst briljant omdat een van je favoriete gerechten spaghetti met knakworstjes is, omdat je af en toe letterlijk stuitert van enthousiasme, je een 'geweldig' rekenkundig vermogen hebt :), niemand anders mij ooit zou opvrolijken tijdens een busreis door wijngums op mijn en haar gezicht te plakken, je in alle onschuld en zonder te blozen een rugbyspeler z'n t-shirt heb ontfutseld, je de meest geweldige chocolade taart kan maken, je èn goede serieuze gesprekken kan hebben èn dolle en dwaze.”

Na deze lofzang had ik gewoon moeten stoppen en niemand anders meer iets moeten vragen. Echter het mailtje “vertel mij wie ik ben” was toen al verzonden en het commentaar stroomde binnen, volgens mijn vriend was ik “volkomen geschift in het donker, alsof je uit een gesticht komt”, moest mijn bril van toen ik 13 was echt de deur uit, kookte ik niet op gevoel maar altijd met recept en de keer dat ik op gevoel kookte verdwenen er 4 eetlepels Sambal in het gerecht. Ik luister altijd iedereen af, drink veel te veel water en te weinig wijn.

Volgens mijn collega’s had ik teveel fantasie, exotische hobbies, een gewaagde kledingkeuze voor op de werkvloer (ik zeg megacoole sportschoenen met een hak van 10 centimeter), hou ik van hobbies maar niet van karten, kitesurfen en zwemmen. Maar wel weer van drijven…
Woorden als “pitspoezen” en “geval” hoorden niet op het werk geGoogled te worden en ik bakte te weinig taarten voor ze, ik was wispelturig, ziekelijk nieuwsgierig en ondanks mijn kledingkeuze had ik te weinig mini-rokken aan…

Na 20 mailtjes te hebben doorgespit keek ik enigszins gegeneerd in de spiegel. Was ik echt zo… raar?
Gelukkig bracht één mailtje orde in de verwarring, “met jou is het altijd lachen!”. Pfoei!

woensdag, december 24, 2008

Blog van de week!

En dan heb je ineens de blog van de week geschreven op vrouw.nl....alle triomfen tellen!

maandag, december 22, 2008

1e blog op Lifeandcooking.nl

Het is zover! Met trots presenteer ik mijn allereerste blog op lifeandcooking.nl, je kunt mij zien halverwege de homepage en via deze link kom je er meteen

vrijdag, december 12, 2008

Oase-prikje...

Naast mij gaan een zestal vrouwen helemaal los met dennentakken in verschillende kleuren. Ik staar naar de groene oase en moet de neiging bedwingen om eerst mijn vingers erin te drukken en daarna gillend weg te rennen. Deze workshop “kerststukjes maken” heeft mij ineens toch een te groot huisvrouwen gehalte.
Een gebrek aan totale creativiteit maakt zich van mij meester. Faalangst.

In totale paniek (de rest heeft zijn oase al bijna volgestoken met dennentakjes) steek ik gauw 3 grote takken in de oase. De leidster van de avond kijkt me een beetje verschrikt aan, “zijn die takjes niet wat groot denk je?”, ik voel me net weer 8 jaar oud tijdens de handenarbeidles. Ik heb nog nooit een kerststukje gemaakt, weet ik veel of de takjes te groot zijn! Naast mij beklaagt een van de joggingbroekken zich “Zo, kan ik niet werken. Thuis leg ik alle accessoires op de tafel en doe ik het vanuit mijn ge-he-voel”… Oh lord, het lijkt erop dat ik mij heb aangemeld voor de gevorderdencursus.

Als de versieringen arriveren, krijgen sommige diehard kerststukjes maaksters (thuis doe ik elk jaar een ander thema) spontaan een orgasme “oooh matte kerstballetjes, Aaaah!”. Ik sta volkomen wanhopig voor de accessoire tafel: wil ik matte of glanzende balletjes, appeltjes of sterretjes, wil ik mos en in welke kleur, en waar komen de waxinelichtjes in mijn kunstwerk?

Tijd voor een noodkreet richting de buitenwereld, ik sms beste vriendin W. die weet altijd raad: S.O.S. I suck big time in kerststukjes maken. Wijze woorden van W. doen licht glooien aan de horizon: gewoon fijn veel glitter er over heen strooien, zie je niks meer van.
Vol goede moed vraag ik om glitter. Een aantal huisvrouwen om mij heen happen verontwaardigt naar adem. Valse blikken gaan richting mijn stukje. “Glitter is zó 2003”…

Naast mij ontstaan keurig, beheerste en doordachte kerststukjes. Mijn stukje ziet eruit als een ongewied glitterloos tuintje waar zelfs David de Kabouter niet in zou willen wonen

Verzetten heeft geen zin meer. Ik ben een Van Dee. Wij houden van chaos en wanorde.
To hell met nette kerststukjes! De slobbertrui naast mij trok wat pips om de neus weg toen ik haar dennentakjes in mijn stukje stak, maar hé ik deed het nou eenmaal vanuit mijn ge-voe-hoel…

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

“Poeeesieie, poes, poesiepoes, poesiepoespoespoes, poesiepoes, poesiepoes, poesie poespoespoes, poesiepoespoespoes, poesiepoés poes poés poes…poespoespoes” zing ik in de keuken (eigen werk op bestaande melodie van Andre Rieu), mijn vriend staat mij van een meter afstand verbijsterd aan te kijken.
Voor wie zing ik?! Voor de poes natuurlijk! Ah, algauw blijkt dat ik een fles Cola een serenade aan het brengen was en niet de poes.

Ik zie slecht en niet zo’n beetje ook! Zonder lenzen ben ik een gevaar voor mezelf en de samenleving. Lange tijd ben ik in ontkenning geweest. Ja, ik zag slecht, maar zag er slechter uit met bril.

Zo’n 7 jaar heb ik rondgedwaald in een schemerwereld, gevuld met wazige verkeersborden (kunnen die dingen niet groter?!), vreemde aantekeningen (“wat staat er?!”) en hoofdpijn... Op straat zwaaide ik naar iedereen (hé tante Truus!), en rond Sinterklaastijd zag ik alle kleurrijk geklede mensen aan voor zwarte piet, één keer ben ik zelfs Marco Borsato tegengekomen in een tuincentrum. Tot grootte schaamte van mijn moeder bestormde ik, knijpend met mijn oogjes, de onbekende man, die mij verschrikt aankeek. Nou wil ik niet afgaan, en hou ik tot de dag van vandaag vol dat het “echwel” Borsato was, waarbij mijn moeder nog steeds zachtjes haar hoofd schud…

Hoe vaak heb ik wel niet een jongen aangestaard in een discotheek (die lijkt écht op Brad Pitt) om vervolgens, van dichterbij dan mij lief was te constateren dat hij écht niet op hem leek! Mijn moeder vreesde dat ik op een goede dag met een echt monster thuis zou komen dus werd het tijd voor rigoureuze maatregelen: of ik moest voor de rest van mijn leven thuis blijven of ik nam lenzen.

De opticien keek me verbijsterd aan “hoé lang loop je al zonder bril?”, nadat de man een dwangbevel had geregeld zodat ik nooit meer zónder de deur uit zou gaan, gingen de lenzen in. Ineens bleek de leraar Tekenen een wonderschoon wezen te zijn, de leraar Scheikunde écht niet en mijn lievelingsserie was dus toch ondertiteld…

Inmiddels draag ik ze al 9 jaar mijn vriendjes. Dankzij hen is de wereld een stuk mooier en ik ben een stuk veiliger voor de wereld. We zijn onafscheidelijk tot diep in de nacht als het moet.
Maar ‘s ochtends als ik -“au naturel”- voor de Cola fles zing, of mijn handtas aai in plaats van poesiepoes, dan moet ik lachen. Het leven is één grote verrassing zonder lenzen!

maandag, november 24, 2008

Aankondiging webloggers op Life and Cooking

Een kleine aankondinging van wat komen gaat op www.lifeandcooking.nl, with a very little picture...

donderdag, november 20, 2008

Familie (2e inzending selectieronde Life&Cooking)

“Jij praat altijd zo hard” zegt mijn vriend, “ik zit tegenover je, je hoeft niet zo te schreeuwen”.
Ik pruil: “Maar ik ben enthousiast… “

En als ik enthousiast ben verhef ik mijn stem, zwaai ik wild met mijn armen en kloppen mijn zinnen niet meer. “Jaaj! Vakantieëen lekker Thaiiii!”, ik hap naar adem. Waarom moet het altijd zo druk? Waarom kan ik niet gewoon rustig zeggen “hé fijn, we gaan lekker naar Thailand”?

Omdat mijn moeder ook zo is, én mijn zusje én mijn vader. Wij Van D.’s zijn een druk, wild, enthousiast volkje. Zet mijn familie bij elkaar en het is of tijdens de drie doldwaze dagen alles gratis weg word gedaan. We praten op luide toon, overdrijven elk verhaal, zijn ongeduldig en eten alles op wat je in huis hebt.

Mijn opa sprak het luidst, die man kon bulderen als de Noordzee bij windkracht 10. Mijn moeders genen geven het laatste zetje, zij is Française. En zoals alle Nederlanders zeggen “als die Fransen met elkaar praten is het net of ze ruzie hebben”. Als haar overgroot- en grootmoeder ruzieden konden de oordopjes pas echt in!
Daarnaast zit ik ook nog opgescheept met hyperactieve handen. Als mijn mond open gaat stijgen mijn handen op… En dit alles tezamen is een dodelijke combinatie.

Met luide stem en wapperende handen stoot ik regelmatig dingen van tafel, ik loop overal tegen aan omdat ik druk ben met het uitbeelden van vanalles en nog wat.
Afgezien van mijzelf verwond ik hierbij ook nog andere mensen. Ik prik, ik por, ik mep en stoot.

Maar ik ben echt héél gezellig hoor, alleen een beetje gevaarlijk om bij in de buurt te zitten. Dit hebben mijn collega’s inmiddels ook door schade en schande (dat laatste geld voornamelijk voor mijzelf) ontdekt.
Ik ben namelijk geen goede eter om tegenover je te hebben. Ik zwaai wild in de rondte met mijn, van sla voorziene, vork en als ik op luide toon weer wat lolligs roep vliegt er nogal eens wat uit mijn mond. Ik laat een waar slagveld achter als ik gegeten heb, restanten rijst, vlees en vetvlekken zijn de stille getuigen van mijn enthousiasme. Hoewel, menig collega heeft de tafel al eens verlaten met kruimels in zijn haar of saus in zijn oog…

Omwille van de lieve vrede zeg ik sorry tegen iedereen die ik ooit in mijn enthousiasme suizende oren of blauwe plekken heb bezorgd. Collega B. sorry voor de pikante saus in je oog. En vriendje, sorry voor al die keren dat de buren het saldo van jouw bankrekening ook konden horen.

What else can I say? DNA, DNA…

Kissing & Cooking (1e inzending selectieronde Life&Cooking)

Ergens tussen het wassen van de sla en het roeren van de saus ging het mis. Wat begon met een onschuldige kus, eindigde in een spoor van kleren. Pikant koken noemen we dat.

Vriendjelief heeft een nieuwe beugel, die veel beter kust dan die daarvoor en dat moest getest. Terwijl we onszelf fatsoeneren, kruizen onze blikken elkaar. Denk jij wat ik denk?

Giegelend gooien we de volgende dag een briefje bij de ortho door de bus: Dank u voor die geweldige kussen. In de auto barsten we in lachen uit: wacht maar tot die beugel er uit gaat!

woensdag, oktober 15, 2008

Life&Cooking

Hoera! Uit een selectie van honderden mensen ben ik, samen met 9 andere personen, gekozen om te bloggen op Life&Cooking.nl. Het "hoe & wat" is nog niet helemaal duidelijk, zodra er meer nieuws is lees je het hier. Spannend!

vrijdag, oktober 10, 2008

Vieze vrouwen

De hele wereld wist het al, alleen ik moest er nog achter komen: Wij vrouwen zijn vies.
Ja, echt. Als ik alle bladen en reclames op tv moet geloven zijn wij ongelofelijk vieze wezens.
We hebben schimmels, acute diarree, we stinken en we lekken. We zijn altijd moe, hebben brandend maagzuur en een slechte adem. Ons haar glanst niet en we zijn dik.
Walgelijke wezens. Ik smeer me al 26 jaar lang vol met crème en was mijn haar elke dag. Gebruik mondwater en deo. Je zou toch zeggen dat het minder moet worden. Maar die reclames blijven komen…het lijkt met de dag erger te worden.

Waarom zijn vrouwen altijd het slachtoffer in dit soort onbenullige reclames? Moet de hele wereld dan echt weten dat er nieuwe vleugels aan de Always zijn gemaakt? Dat de Tena Lady’s discreter zijn geworden?
Even serieus, is er ooit een vrouw geweest die ineens het licht zag door zo’n reclame? “Jeeeetje zeg, hoe heet dat? M-a-a-n-d-v-e-r-b-a-n-d?”. Heb je ooit een echtgenoot gezien die spontaan zijn vrouwlief achter het fornuis vandaan trok: Schat! Je tampons zijn vernieuwd, ze ruiken naar rozen, halleluja! We gaan nú naar het Kruidvat!

Wij vrouwen komen niet goed uit de verf. Waar mannen een koudje hebben of een pukkeltje, krijgen wij een heel scala aan ranzigheid te verwerken: wratjes, aambeien, stinkvoeten, exceem, haar als een bos stro en nog veel meer. Onze hele intieme wereld wordt op de tv uit de doeken gedaan, onder het mom van lactacyd, maandverband, tampons, geparfumeerde inlegkruisjes en luiers.

En nu het ter sprake komt, welke idioot heeft geparfumeerde inlegkruisjes uitgevonden? Ik wil niet veel zeggen maar van de gemiddelde man is toch wel bekend dat hun onderbroeken langer dan 1 dag mee gaan, en alleen daar al vanuit gaande durf ik te beweren dat dat ook niet al te fris moet ruiken!
Maar zie ik reclames langskomen voor verfrissende penisdoekjes? Geparfumeerde urine-absorberende kokers? Nee!

Ik pleit voor mannenreclames! Neushaarschaartjes, teennagelschaaltjes, geparfumeerde oorreinigers, nagelopfrissers en stoer toiletpapier. “Voor de boodschap een man, na de boodschap een man”.
Ik denk een A-team of GI-Joe printje…

donderdag, oktober 09, 2008

Jongetjes

Zelfs de poes is gevlucht.
Er zitten 2 jongetjes in mijn woonkamer te spelen. Al 3 uur lang hoor ik enthousiast gegil en gelach opstijgen, terwijl ik taarten bak voor zijn verjaardag morgen.
Vrijdag werd het mij verteld, D. komt zondag langs. Oh gezellig, is mijn antwoord, wat gaan we doen?
Het bleek niet te gaan om “we”, het ging om “ze”. “Ze” gingen op de Xbox spelen. De hele dag…

Ok… Dus eigenlijk komt D. bij mijn vriend(je) spelen? Apart…

Ik dacht dat het wel mee zou vallen, maar na 3 uur lang een juichend voetbalstadion te hebben gehoord en daarna een basketbalwedstrijd (tadadadadaaaaah!), is mijn woonkamer nu het toneel van de koude oorlog.
“Ok…als je kogels op zijn, kun je gewoon een ander wapen pakken” wordt er bloedserieus gemeld.
Gezien ik totaal genegeerd word - “iemand Ceasar salad?” “hallloooooo?” - ben ik maar in de slaapkamer gaan zitten. “Waaah” hoor ik uit de woonkamer “jij bent een Duitser!” gevolgd door het geluid van een mitrailleur… Ik zweer het je, van 30 naar 6 jaar in vijf minuten tijd.

En dan te bedenken dat ík dat ding voor hem gekocht heb!
Maar eerlijk is eerlijk, hij was zó blij. En waar hij blij van wordt daar word ik gelukkig van.
Jaloerse blikken van zijn mannelijke familieleden, toen hij die kerstavond verkondigde een XBox van zijn vriendinnetje te hebben gekregen. Ik was, en hopelijk ben ik dat nog steeds, het coolste vriendinnetje op aarde.

Maar nu… Spijt, met alle haren op mijn hoofd. Ik kan in mijn onderbroek voor zijn neus gaan staan, ik besta niet meer als dat ding aan staat.
Het is lang een eenzaam bestaan geweest, ik zat vast in een driehoeksverhouding waarin mijn vriend met de Xbox ging spelen en ik… met niemand.

Tot de komst, van de 2e console. Woorden die ik me nog altijd zal herinneren: “samen spelen?”. Ach ja, why not.
Al gauw bleek dat spelen met mij niet was zoals hij het zich had voorgesteld. Ik won de hele tijd met autoracen, en ik was geen waardige tegenstander met basketbal. Het werd dus tijd voor nieuwe spelletjes…

“Waaaaaah ze komen van rechts, schieten! Schieten” “Wat doe je nou? Het gaat steeds fout! Neeeheee springen is A. Druk op de A, druk op de …AAAAAH robots! schieten!!” Pruilend hang ik zondagmiddag om zijn nek als hij de Xbox uit wil zetten, “neeee, nog een level spelen!”. Van 26 naar 6 jaar in vijf minuten…

vrijdag, september 26, 2008

Leerlinge met PMS rijdt op auto in...

“Jah” zucht mijn rij-instructeur “soms heb je van die dagen dat je psychisch of lichamelijk niet orde bent. Dat heeft zijn weerslag in het verkeer. Soms is het niet goed met je gesteld, en met vrouwen soms ongesteld.”

Ik ben ontsteld.

Zei hij dat nou echt? Ik ben net in mijn 5e les met bijna 70 km per uur op een auto geknald die verkeerd invoegde. En hij suggereert dat ik PMS heb?
Ik zal jou eens wat PMS bijbrengen mannetje! Handtasje vliegt door de lucht, jihaa!
Ik zie de krantenkoppen al voor me “leerlinge met PMS rijdt op auto in – rij-instructeur mishandelt”

Als dat zo is dan heb ik sinds rijles 1 PMS. Bochten en rotondes, rijplaats op de weg, koppelen, schakelen en remmen, ik heb er de grootste moeite mee.

Ik moest eerst maar eens leren rijden in de simulator, levensecht volgens de rijschool. Algauw bleek de “real deal” toch iets anders, dat concludeerde ook mijn rij-instructeur toen hij zich na mijn eerste keer remmen in een “echte” auto van de voorruit schraapte. De voorgaande leerling op de achterbank depte het zweet van zijn voorhoofd en checkte zijn riem nog eens.

Aan het einde van de eerste les, na mislukte bochten, een afgeslagen motor en een drijfnat t-shirt van het angstzweet, toverde mijn instructeur een bemoedigend lachje op zijn gezicht. Na een klein kuchje kwam het hoge woord eruit, dit ging niet in 20 lessen lukken. Maar dat had ik zelf ook wel een beetje door toch?

Dat heb ik inderdaad.
Maar ik bijt door, zit piepend achter het stuur als ik “mijn plaats op de weg moet eisen”, maak mijn rij-instructeur misselijk door over de rotonde heen te rijden in plaats van er omheen, rij over stoepen bij het nemen van bochten, en rij met 70 km per uur zo goed als bovenop een auto.
De mensen die ooit bij mij in de auto zullen stappen beginnen zich voorzichtig aan zenuwachtig te maken. Mijn moeder slikt als ik haar over mijn rijlessen vertel, mijn vriend klopt me bemoedigend op de schouders “komt goed” en mijn rij-instructeur verteld me dat er maar 1% is dat nooit zijn rijbewijs haalt, en daar hoor ik niet bij volgens hem. Zeg nooit nooit. Zucht. Toet toet!

vrijdag, september 12, 2008

The Dead Poet Society

Streng. Indrukwekkend. Kleinerend. Dat was de eerste indruk die ik van mijn godsdienstleraar had. De kale man, gespierde bouw, kwam met priemende ogen en strak gezicht de klas ingelopen.
Wij waren destijds, de ergste brugklas. We waren rumoerig, hyperactief en hadden een hekel aan gezag. Deze man echter, liet ons beven in onze stoelen.

Bij binnenkomst sloeg hij de deur achter zich dicht. “Ik duld geen tegenspraak. Als ik spreek zijn jullie stil. Je zult niet vloeken, niet brutaal zijn en je zult mij aanspreken met meneer. Als je je niet gedraagt dan zet ik je zonder pardon de klas uit. Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat je er niet meer in komt. Je zult niet eten, niet drinken en geen kauwgom kauwen in mijn klas. Ik leer jullie niet alleen godsdienst, maar ook discipline. Je zult mij haten, maar mij hier later dankbaar voor zijn.”
Professor Sneep was er niks bij.

Twee jaar lang waren de lessen van meneer Meeuwis, interessant en beangstigend tegelijk. Het feit dat ik niet meer weet wie van ons “godverdomme” zei, maar nog wel weet hoe vurig ik wenste dat ik op dat moment onzichtbaar was, zegt al genoeg.

Meneer Meeuwis heeft een diepe indruk achtergelaten maar niet om zijn strengheid, zijn regime of gezag. Maar vanwege de eerste les die we kregen in de 3e klas.
Meneer Meeuwis kwam binnen, waar wij al klaar zaten, met open boek en huiswerk erbij. Getraind.
Hij heette ons welkom in het 3e leerjaar. “En ga nu allemaal maar op je tafel staan”…

Verstijfd zaten wij op onze stoelen. Dit moest een test zijn. Om te zien hoe gedisciplineerd wij waren, of wij het kwaad konden weerstaan! Tot meneer Meeuwis, tot onze grote verbazing, zelf op tafel ging staan.
Schuifelend stonden we 1 voor 1 op en gingen op onze tafel staan. En wat ik daar ervoer: kracht, overwinning, beloning, vrijheid. De lessen van meneer Meeuwis gingen van pure hel naar hemel. Ik heb hem inderdaad gehaat, maar dat sloeg onmiddellijk om in bewondering na die ene les. De lessen van meneer Meeuwis heb ik daarna allemaal gevolgd. Door hem ben ik een toleranter mens geworden. Geïnteresseerd in andere culturen en geloven.

Meneer Meeuwis had gelijk. Ik ben hem daar dankbaar voor.

zondag, augustus 17, 2008

Avondje uit (of hoe ik mijn beha verloor)

Ik zag hem in gedachten al liggen, eenzaam en smoezelig onder een stoel. Ik zag de bediening van de Three Sisters op het Rembrandsplein hem al tussen de bierviltjes vandaan plukken. What happened? Hoe was dit op hun terras was beland? Ze vinden vast wel vreemdere dingen bij de sluitingstijd, maar dit?

Toen ik de volgende avond mijn handtas c.q. weekendtas uitpakte kwam ik tot de schokkende ontdekking: mijn beha zat er niet meer in. Mijn favoriete, allerlekkerst zittende, niet charmante beha was zoek.
Het zal toch niet?
In gedachten zie ik nog hoe collega G. mijn tas plunderde, uit pure mannelijke nieuwsgierigheid, op het terras van de Three Sisters. Ik probeerde hem nog te stoppen, uit angst dat hij mijn beha zou treffen.

Zou hij er toen uit zijn uitgevallen? Of zou het gebeurt zijn toen ik in Café Nasty mijn jas uit mijn tas pakte? Ook dit roept beelden op van de bediening die in het ochtendgloren mijn beha verbaast tegen het licht houd. What the ….??

Het sms bericht aan collega G. verzend ik toch maar niet “Hoi, jij hebt mijn beha zoekgemaakt. Betaal jij een nieuwe?” Dat komt vast uit. Ik hoor de grapjes op kantoor al.
Zal ik dan toch even die kroegen bellen?: hallo, heeft u mijn beha gevonden? Hij is zwart, 75B, en het etiketje is niet wit meer maar grijs… Maar dan moet ik hem ook ophalen en de gedachte alleen al bezorgt me een rode kop.

Voorzichtig probeer ik mijn vriend; uhm, heb jij mijn zwarte beha gezien? Hij zat in mijn handtas maar nu ineens niet meer… Zijn wenkbrauwen trekken op. Zo’n wild avondje was het toch niet?
Dan maar mijn moeder sms’en: “mam, ben beha kwijt. Ligt ie nog bij jullie?”.

Een onbehaaglijk gevoel bekruipt me en tegelijkertijd vind ik het hilarisch. Ik, braaf meisje, ben beha kwijt geraakt op avondje uit met collega’s. Zoiets kan ook alleen mij overkomen.
Lachend trek ik mijn make-up la open, graai op de gok mijn lenzenvloeistof eruit en… mijn beha.
Volgens mij was ik al die tijd iets anders kwijt: mijn geheugen.

dinsdag, augustus 12, 2008

Mocochocolatajaja

Het is uit tussen mij en chocolade. Grmbl. Het mag niet meer van “de diëtiste”.
Uit solidariteit heeft vriendjelief alles opgegeten wat in huis was. De M&M’s, de Verkade reep, de chocoladekoffiebonen, de hagelslag. Bye bye my good old friend.

Het is niet dat ik geen chocoloco meer mag, maar het ingrediënt lactose is de boosdoener. En laat dat nou overal in zitten. My life went from chocotastic to sojahorrible. Als ik de kastjes opentrek begint de lege pot Nutella spontaan te zingen “heeeeeey baby, I want to know if you’d be my girl”. Waanbeelden.

Moi, choco-addict?? Dat dacht ik niet, tot nu.
Nu dus wel.
M&M’s dansen in mijn hoofd en de chocomelk knipoogt naar me. It’s not unusual to see me cry. I wanna die. Door de klep van de snoepautomaat zing ik de Marsrepen zacht toe: Alles, alles wat ik wil ben jij…

Álà Amy Winehouse kick ik af. Droevige columns schrijvende over chocolove. Liedjes meezingend van “Chocohits: The best of all times. Songs for the addict” Mocochocolatajaja….
Trillende handjes boven het toetsenbord. Chocojunk.

De afkicktherapeut vond dat het best goed ging, maar bij het associatiespel viel ik door de mand. Boom: Mars, Pen: Mikadokoekjes, sterrenregen: Milkyway, Michael Jordan: 6 Verkade blokjes…

De chocojummie moet mijn leven verlaten, maar met zachte hand. Ruikend aan Snickerwikkels sta ik in de keuken, zachtjes druk in de M&M’s tegen mijn boezem in de winkel…Diepe zucht. Nog 5 weken.
Als dit dieet voorbij is stap ik in een chocoladebad. Pass me the chocolatesoap. En eraf likken doe ik zelf wel…

Oehoehoehoehoe …Is the world still spinning round?

Mijn nieuwe liefde is een ijzig tiepje. Star en stijf kijkt hij mij vanuit de hoogte aan, ik moet naar zijn pijpen dansen. Niet het meest sociale vriendje dat ik ooit heb gehad, maar wel een blijvertje. I can’t think of a single thing other than what a beautifull state I’m in

Ik hang aan zijn lichaam, ik snak naar quality time. Ik denk aan hem op de fiets, in de auto, op het werk en in de trein. Elk liedje doet mij aan hem denken….
Dit is geen liefde meer dit is obsessief. Ik verleg mijn grenzen omdat hij dat wilt. En met elke blauwe plek die hij mij geeft verlang ik naar meer. I’ve been watching you lately, I want to make it with you…

Terwijl de muziek door zaal pompt, stampt en bruist grijp ik hem vast. Het gevoel dat hij mij geeft, terwijl ik door de lucht zwier is onbeschrijfelijk. Orgasmisch. Ik vlieg en dat dankzij hem.
Diep in- en uitademen. En doordansen, het hele liedje lang. Wachten tot de beat begint, het voelen tot diep in je buik, kippenvel. De spanning opbouwen en de eerste paar passen zetten. Er is nog niet iets geweest dat mij dit gevoel heeft gegeven. Vrijheid. Vertrouwen in mijzelf, op wat ik kan, op wat ik zal kunnen.

It’s in your eyes… Wij paaldansmeisjes begrijpen elkaar. Bij het zien van een mooie draai of figuur komt angst en de opwinding elkaar in tegen in je hele lichaam. Durf je dit? Kun je dit? Het is vallen en opstaan, heel veel pijn hebben, lachen en liefhebben. Klappen voor elkaar en gillen van plezier.

Elke lantaarnpaal, elke metro, elke speelplaats, niets is meer veilig voor mij. Geef mij een paal en ik laat je zien hoe ultieme vrijheid eruit ziet. Mooi, gedurfd, opzwepend en altijd netjes…

…spinning around, I don’t feel like coming down…

maandag, augustus 11, 2008

Oude koeien

Van je vrienden moet je het hebben, tenminste dat zeggen ze. Jammer dat ze soms zo ontzettend hun nare kanten moeten laten zien.
Vandaag moest ik naar een verjaardag, waar ik in eerste instantie niet zo’n zin in had. 2 van mijn beste vriendinnen kwamen niet. Wat betekende dat ik dus in mijn eentje een ontmoeting zou hebben met een lang verloren gewaande vriendin, die wel kwam. Je weet van te voren al hoe laat het dan is, dat word oude koeien uit de sloot halen.
En inderdaad er werden een aantal heel oude koeien uit de sloot gehaald, sommige koeien hadden er van mij in mogen blijven.
Zoals de koe die de ruzie tussen mij en een van mijn beste vriendinnen vertegenwoordigt. Destijds werd ik beschuldigd van allerlei onhebbelijkheden. Ik ben niet onhebbelijk, ik ben lief. Althans dat probeer ik te zijn, altijd en overal lief. Maar dat gedrag heeft tot gevolg dat, als je op een goede dag besluit meer aan jezelf te gaan denken, mensen je niet lief meer gaan vinden maar een grote egoïst. En ik ben geen grote egoïst, ik ben lief.
Toen ik de situatie, opnieuw verontwaardigd, voorlegde aan die oude vriendin op dat feestje, vroeg ik haar, lief als ik ben, wat zij er nou van vond. De bedoeling van zo’n vraag is dat iemand dan zegt “ nee joh, hoe komt ze erbij, jij bent lief” in plaats daarvan zei ze “ja, je kunt best wel met je eigen dingen bezig zijn jah”.
Mijn lieve ik kreeg een rode waas voor haar ogen en vond het wel welletjes voor vanavond. Tijd voor iets egoïstisch. Toen ik weer buiten stond smste ik mij beste vriendin, “ vind jij mij een grote egoïst omdat ik met mijn eigen dingen bezig ben?” waarop zij me smste “ echte vrienden luisteren naar je allersaaiste verhalen, zelfs als ze die al 100x gehoord hebben” . Jeej.

Where is the fire? (originele versie)

Brandweermannen, dat is echt helemaal mijn ding. Tenminste dat dacht ik. Ik dacht dat als ik ooit een vrijgezellenfeest zou krijgen met een stripper, alleen maar een brandweerman mij zou kunnen bekoren. Zo eentje in een afgeragde spijkerbroek, besmeurd met roetvegen en een rode helm op. Zo eentje die binnenkomt en op zwoele toon vraagt “where’s the fire, baby?” of in mijn geval “ ou est le feu ma cherie?” want in t Frans mag je alles tegen me zeggen, ookal vraag je mij om een kopje suiker. Ik smelt. Maar sinds ik vanmorgen in de trein zat met een piloot, moet mijn brandweerman vechten om mij te mogen bekoren. Want oh man wat zag die piloot er goed uit! Nu weet ik dat het onbeleefd is om onbekenden ongeneert aan te staren, maar die piloot zou binnenkort uitstappen. Bijna Schiphol. Dus ik staarde. Ik staarde tot er slijtage plekken op zijn pak kwamen, of waren dat mijn ogen? Bijna Schiphol. Staar. We zaten al in de tunnel...er kwamen andere passagiers om uit te stappen. Staar. Het licht van het perron was al zichtbaar, ik staarde uit alle macht. De trein stopte, de deuren gingen open, en weer dicht...en de piloot stond nog steeds in de trein. Wat was dit? Een wanna-be piloot? Een piloot met faalangst? Een piloot die liever van treinreizen houd? Een veredelde NS conducteur in een piloten pak?! Acuut ben ik gestopt met staren. Brandweermannen, zijn echt helemaal mijn ding.

woensdag, augustus 06, 2008

Wortels en Bloemkolen

“oh maar dan gaan de kilo’s eraf vliegen” stelt mijn collega A. als ik hem vertel over mijn allergiedieet. Juichend steek ik mijn handen in de lucht om ze onmiddellijk weer te laten zakken als ik de woedende blikken zie van mijn vrouwelijke collega’s. Vlug! Zeg iets cosmo-like! “Maar ik hoef niet af te vallen hoor, ik ben blij zoals ik ben”.

Wat is dat voor een onzin? Waarom zou je als vrouw niet hardop mogen zeggen dat je wilt afvallen? Dat je blij bent zoals je bent, maar nog blijer met 5 kilo minder.
Ik heb eerlijk gezegd niets te klagen, ik heb maatje 38. Maar mijn bovenbenen hebben het soms nog knap benauwd in mijn broeken. En ik wil geen putjes zien als ik ga zitten. Mijn buik puilt over mijn broeken en mijn armen flapperen als ik zwaai….

Dit is de waarheid. De waarheid is echter ook dat ik mooie jurkjes aan kan, dat een mini-rok ook past als ie maar niet te mini is. En de waarheid is zeker; dat elke vrouw die zo hard roept dat zij tevreden is met zichzelf dat diep vanbinnen niet is.

Ik ben ervan overtuigd dat degenen die het hardste schreeuwen dat ze zooo blij zijn met hun vetkwabben en sluike haar thuis opgerold in bed liggen huilen, dartpijltjes gooien op de bikini-poster van Gisele Bündchen, de spiegels hebben afgeplakt, en hun echtgenoten al jaren sex ontnemen…Zij zijn de laatste mensen op aarde die hun visite nog wortels en bloemkool als snack aanbieden.

Kan het erger? Ja…
Misselijkmakend zijn de maatjes 32 “ik-ben-blij-zoals-ik-ben-maar-zo-dun-ik-moet-aankomen(-vind-ik-zelf”) al kauwend op een cracker…
Rrrright…

Dit zijn de types die je verbijsterd aankijken als je enthousiast zegt dat je 2 kilo bent afgevallen. Zij zijn degenen die je pas echt rot over jezelf doen voelen.
Sprietjes “Maar…je hoeft toch helemaal niet af te vallen?”
Wij: “Nee, maar er moest toch een beetje vanaf”

Houd je bek stomme rotplank!
Want deze grietjes zuchten en steunen als ze een kilo zijn afgevallen. “Oh jeetje, nu staat mijn xxs’je niet zo mooi meer”. Waar wij weken over doen, lukt deze tantes al als ze de krant lezen. De grootste ergernis is wel het “ik eet alles maar het komt er maar niet aan”-syndroom. Nee, ik zou ook niet aankomen als ik alleen het glazuur van de M&M’s sabbel, de vulling van de kroket laat liggen, alleen de verpakking van Mars uitlik en wortels mijn lievelingseten zijn. Wortels worden zo overschat.

En ze sporten als gekken, die lijntjes, want die wortels komen er aan en dat willen ook de maatjes 32 niet. Vol walging kijken zij naar ons maatje 38. Hoe onze kleine sierlijke, vrouwelijke kwabbetjes dansen op het ritme van ons sprintje naar de bushalte. Hoe onze navels de wereld gedag zeggen in een te kort truitje, hoe onze armen vrolijk wapperen in de lucht als een soort natuurlijk aircosysteem.

Maar heimelijk verlangen deze vrouwen er ook naar om net als wij een Mars, M&M’s en ijs te eten in 1 uur en om een vriend te hebben die je zacht plagend in je “kipfileetjes” knijpt…
Wij maatjes 38 hebben het zo slecht nog niet.

dinsdag, augustus 05, 2008

Komt een vrouw bij de dokter (geschreven juli 2007)

Hoe kun je de dag beter beginnen dan met je twee borsten in de handen van een vreemde man. Maar helaas, in mijn geval was het de huisarts. Een hele warme, vriendelijk man met ontzettend koude tengels! Mijn borsten gingen dus al heel gauw in protest, hoe gênant. Stiekem hoopte ik dat het enigszins erotisch zou zijn als een onbekende man zijn vingers over mijn tepels zou laten gaan, maar ik ben weer een illusie armer. Mijn dag begon koud en erotiekloos.

Hoe anders zal dat zijn als ik en mijn vriendje gaan samenwonen! Dan zouden we elke dag ruige sex hebben, dan zou ik met mijn orgasme blosjes de trein pakken, hello passengers, I’ve just had sex. En elke dag weer zouden mensen me aanstaren, wat heeft zij wat ik niet heb? Elke dag sex dus...

Helaas is dit nog even niet het geval, dus tot die tijd behaal ik mijn euforie uit het helpen van toeristen die verdwaasd naar de kaartjesautomaat staren. Om mij daarna te knuffelen (dit lichamelijke contact is heel belangrijk in sexloze periodes) omdat ze nu eindelijk hun dagretourtje amsterdam-utrecht hebben. En vervolgens staren ze, vanaf hun perron, naar mijn euforie blosjes en vragen ze zich af, wat heeft zij wat de rest van de bevolking niet heeft? Geen sex...

zaterdag, juli 12, 2008

Kijken, Kijken, niet Kopen (Column voor Vodafone 11 juli 2008)

Drammen, zeuren, uitermate vriendelijke zijn of arrogant terugdoen…het haalt allemaal niets uit bij de Amsterdamse makelaars. Je populariteit zakt onder het vriespunt en je kunt fluiten naar dat huis!

Het grote zoeken naar een koopwoning in Amsterdam is begonnen. En dat ís me toch een organisatie met die A’damse makelaars! Het zal menig medezoeker inmiddels wel duidelijk zijn: de Amsterdamse makelaar denkt voornamelijk aan zichzelf.

Als jij een woensdag vrij neemt om huizen te bezichtigen blijkt dat jouw droomhuis alleen op vrijdag te bezichtigen is en dat leuke huisje ernaast, alleen op dinsdag. En zekerrr níet op woensdag. Frustratie alom, met alle gevolgen van dien: vliegende perforators, stoom uit mijn oren en scheldkanonnades: it was not a pretty sight.

Eenmaal in je droomhuis blijkt dat het
a) een wrak is,
b) veel kleiner dan beloofd,
c) de wasbak zich ín de douchecabine bevind,
d) het al onder bod is.
Want afbellen daar doet de Amsterdamse makelaar ze-ker niet aan. Dat zou te klantvriendelijk zijn! Mensen moeten toch immers weten dat hun huizen als warme broodjes verkopen? Kijken, kijken, niet kopen.

Na 12 huizen (te klein, niet praktisch, slecht afgewerkt, of ronduit lelijk) hadden we ons droomhuisje gevonden. “Eucalypta” onze makelaar, werkte ook al niet mee, ze liet andere, naar ik vermoed niet bestaande partijen, meebieden. En zo werd er uiteindelijk vraagprijs geboden. Door ons, ja!

Maar nadat de roze wolk een beetje was opgetrokken, kwam er een hele donkere wolk voor in de plaats. Onze bank vond dat kopen toch niet zo’n goed plan. Zelfs wild zwaaien met het mobiliteitsplan van Vodafone mocht niet baten. Bij ons sloeg de paniek aan alle kanten toe. Was het toch niet te klein? Te duur? Een hele grote stap? Moesten we niet eerst huren? Een kort belletje met Eucalypta was genoeg om de zaak af te blazen.

Dus hebben een nieuwe queeste: een huurwoning… Life is a rocky road. Geef mij een perforator!!

Pluk de Dag. Bekijk een toerist! (Column voor Vodafone 27 mei 2008)

Dat Amsterdam een internationale stad is,
merk je al gauw in de tram.
Als je een jolige conducteur treft maak je de rit van je leven, “This is the leidschesquare, het leidscheplein, la place de leidsche, Paradiso, Milkyway, Bulldog (for the trip of a lifetime!) and Boom “Boom” Chicago”. Maar soms heb je ook een conducteur from hell, en blijven commando’s (humor?) als “loop es naar fore mensjuh dan ken de res er ook bei” en “dit gelt ook foor de doofe mensjuh” onvertaald. De snoetjes van toeristen trekken wit weg als blijkt dat de kwade conducteur het ook tegen hen had (dit wél in onvervalst engels) “You! Japanese in red! Move to the front!”.

Maar voor de Amsterdammer, maken toeristen in een tram je dag weer goed. Ze zijn hi-la-risch! Want als je een aantal jaar met die bakbeesten vervoert bent weet je waar je op moet letten als je de conducteur te vriend wil houden: Ga door de GOEDE ingang naar binnen, hou je vast ook als je zit, niet op de draaischijf gaan staan en ga snel(!) door de GOEDE uitgang naar buiten. Maar mocht je toch na deze goede adviezen de woede van de conducteur hebben gewekt, ga dan snel zitten en geniet van schouwspel.

Het spektakel begint als ze binnen komen door de verkeerde deur, het luide commentaar van de conducteur tettert door de speakers, de tram trekt op, de toerist wankelt even en tuimelt achterover de hele tram door. Meestal herstellen ze nét op tijd, om vervolgens op de draaischijf te gaan staan (waah dit draait!) of ze tuimelen in de eerstvolgende bocht van de stoel (het gebeurt echt!). Ze stappen langzaam uit, pakken de verkeerde deur, krijgen weer de boze conducteur (“that is not an exit!”) en een stroom passagiers over zich heen. En terwijl de deuren zich sluiten en de toerist zijn rugtas verwoed tussen de deuren uit probeert te trekken, vormt zich een glimlach om mijn lippen: Aaah Amsterdam! Gelukkig woon ik er toch ook over een maandje of vier en mag ik weer met de tram…

dinsdag, juni 24, 2008

Betty Boop

Ik kruip over het bed naar mijn slaperige vriend, ruk de dekens van hem af zodat hij mijn goddelijk gespierde lichaam kan aanschouwen… Geschrokken kijkt hij mij aan.
Maar na mijn jachtkreet (”Jij, bent van mij!”). Geeft hij zich gewonnen. Niemand kan mijn Marlies Dekkers setje weerstaan… Althans dat maak ik op uit zijn kreten “niemand kan dat weerstaan!”… I rest my case.

Hoe anders is de werkelijkheid. Als hij mij s’avonds zachtjes wakker schud voor round 1, terwijl ik in mijn beertjes pyjama, het haar in just-in-bed look, mijn anti-knars bitje uit mijn mond trek met alle kwijldraden als gevolg…

Sexy ben ik zeker niet. Niet s’morgens vroeg, niet in mijn ondergoed, zelfs niet als ik in bad lig…
Roodverhit lig ik in bad te weken, ervan bewust dat vriendje lief elk moment de badkamer op kan lopen. Ik probeer ervoor te zorgen dat ik er op mijn voordeligst bij lig tijdens het scheren van mijn benen en het wassen van mijn haar. Met als gevolg kramp en frustratie maar hé! Wie mooi wil zijn…
Als echter na 20 minuten mijn aandacht wat verslapt en ik de meest oncharmante plekken van mijn beharing onder handen neem loopt uiteraard vriendje lief net de badkamer op… *%^&%(!!!!

Ik ben geen Betty Boop…

Na een paar maanden dit feit te hebben overdacht, kwam ik tot de conclusie dat in elke vrouw een Betty Boop schuilt. Je moet haar alleen overtuigen om naar buiten te komen. En een beetje Engels spreken.
Het duurde niet lang voor ik mijn inner Betty vond, een verwaarloosd scheldend boos wicht, meer een “Roseanne” dan Betty.
Gelukkig wilde Betty wel, maar ze had een aantal voorwaarden: 5 kilo afvallen, je met zorg kleden, eet met plezier, focus op de positieve dingen en doe waar jij je goed van (gaat) voelen.

Betty, zei ik, YOU SUCK! This means I have to work out!
Poopoopido, boerde Betty. En dreigde weer naar de Whiskey te grijpen.

Puur uit medelijden voor mijn Betty begon ik de gang naar de sportschool. En ontdekte: alles wat mijn Betty wilde vond ik daar. Ik word er gelukkiger van en ik ben 5 kilo kwijt. Ik eet weer met plezier en kleed mij met zorg. Betty fleurde helemaal op. Maar vroeg ze, moest het nou meteen platvloers worden? Paaldansen om mijn doel te bereiken? Ja, Betty zou je ook eens moeten proberen word je s-s-sexy van!

woensdag, mei 07, 2008

Ik ga op reis en ik neem mee...

Nog 4 weken, nog 3 weken…zo staat het op de kalender. Hoe sneller de vertrekdatum nadert hoe groter het sprongetje is dat mijn hart maakt! Bijna op vakantie! Bijnaaa! Terwijl ik mijzelf door het huis heen stuiter kijkt mijn vriend het met lede ogen aan. Hoeveel neemt ze dit jaar weer mee? Wat komt er nu weer in mijn backpack terecht?

Maar dit jaar heb ik echt besloten zo min mogelijk mee te nemen, want van de voorgaande jaren weet ik: ik neem mijn hele garderobe mee en doe maar de helft aan.
In mijn hoofd ben ik het al helemaal aan het uitdenken: 1 spijkerbroek, 2 linnenbroeken, 3 topjes, 2 rokken, een jurkje, slippers, loopschoenen, mijn puma’s, bikini, handdoek en toiletspullen. Ik hoor mijn vriend al roepen, 3 paar schoenen? – Ja…- maar… bedenk ik me nu. Wat doe ik dan aan bij dat jurkje? Moet er niet iets met hakken mee, en welk jurkje dan? En een vestje? En een trui?
En daar gaan we weer! Ik kan niet kiezen, want wat als ik ineens dat rokje niet aan wil? Maar een andere, en die ligt dan nog thuis…

On top of the besluiteloosheid ben ik ook nog eens als de dood om belangrijke spullen te vergeten: mijn pil, medicijnen en pleisters en…en…
En nú begint de ellende pas echt. Want uit angst om iets te vergeten maak ik een lijstje… En mijn lijstjes worden Lijsten, die van onder tot boven en achter en voor vol staan met spullen die echt niet mee hoeven. Ik noem knijpers, klamboe, touw en tape, want dat hebben ze natuurlijk niet in Beijing! It’s a jungle out there! Zeker als je in 4 sterren hotels gaat overnachten…

En op het moment dat ik ga pakken, breekt het zweet me uit, heb ik echt, écht alles?
Maar dit jaar wordt het écht anders, zo min mogelijk spullen en zoveel mogelijk geld: om nieuwe spullen te kopen…

maandag, april 07, 2008

Artikel uit Intermediair april nu in het Nederlands

Vodafone's verhuisperikelen
Wat doe je als je baas verhuist?

Vodafone opent een tweede hoofdkantoor in Amsterdam. Driehonderd banen verhuizen van Maastricht naar Amsterdam. Tweehonderd mensen verhuizen niet mee. ‘In feite vroegen ze me om mijn gezin en mijn leven hier op te pakken voor een functie die ik al zes jaar heb.'

Ze hadden geen idee. De senior managers van Vodafone hadden die tiende oktober 2007 eigenlijk een trainingsdag in Kerkrade. Maar die werd op het laatste moment afgeblazen: of ze zich in plaats daarvan om negen uur wilden melden in Kasteel Vaeshartelt, net buiten Maastricht, voor een update van de bedrijfsstrategie. Daar ligt ceo Guy Laurence met een paar Powerpoint-slides de plannen toe. Niets schokkends. Totdat hij zegt dat het bedrijf met de huidige inspanningen alleen, de nieuwe doelstellingen niet haalt. Daar is volgens de directie meer voor nodig: een verhuizing van Maastricht naar Amsterdam.

Muisstil en wit weggetrokken luisteren de managers, van wie een groot percentage al sinds de start van het telecommunicatiebedrijf -­ twaalf en half jaar geleden -­ in dienst is, naar Laurence's argumenten. Hoe belangrijk het is om dichtbij klanten, partners en belanghebbenden te zitten, en hoeveel makkelijker het wordt om vanuit Amsterdam nieuw talent aan te trekken, vooral mensen voor de online marketing en sales ­- die zo moeilijk te porren zijn voor Zuid-Limburg. En het gaat niet om heel Vodafone, zegt Laurence, in Amsterdam komt in feite een tweede hoofdkantoor. En van de 2800 banen, verhuizen er slechts 315. Het betreft vooral commerciële functies. Laurence en nog zes directieleden gaan ook mee.

Als de ceo uitgesproken is, dringen de gevolgen van het nieuws langzaam door bij de aanwezigen. Om wiens functies gaat het? Per wanneer speelt dit? Wat als je niet mee wilt? De directie heeft nog geen antwoorden; over zes weken zal bekend worden welke banen naar Amsterdam gaan. Alleen de verhuisdatum staat vast: 1 september 2008.

Radomir Willé (37), productmanager enterprise marketing, had 1 september dit jaar zijn tienjarig Vodafone-jubileum kunnen vieren. Nu hoopt hij voor die tijd elders een baan te vinden. Op 13 december vorig jaar viel bij hem -­ net als bij alle andere collega's -­ het oordeel op de mat: zijn functie gaat naar Amsterdam. Willé kreeg zes weken de tijd om te beslissen: verkassen of een nieuwe baan zoeken. ‘In feite vroegen ze me om mijn gezin en mijn leven hier op te pakken voor een functie die ik al zes jaar heb. Dan geef ik alles op, maar mijn werk blijft hetzelfde; dat is geen uitdaging.'

Als Willé net in dienst was gekomen, of als Amsterdam een promotie was geweest, had hij een verhuizing misschien wel overwogen, maar nu niet. Willé's vrouw werkt ook in Limburg en hun tweejarig zoontje -­ waar zijn ouders en schoonouders regelmatig op passen -­ laten ze liever hier dan in de Randstad opgroeien. Na de eerste schrik ziet Willé de verhuizing inmiddels als het zetje dat hij nodig had om een nieuwe stap te zetten. ‘Tien jaar bij Vodafone is een mooie tijd, nu wil ik wel iets anders.' Hij zoekt een baan binnen een straal van een uur reistijd van zijn huis. ‘Lukt dat niet, dan breid ik mijn zoekveld misschien wel uit naar steden als Brussel, Leuven of Aken, maar liever niet.' Willé, die zowel elektrotechniek als bedrijfskunde heeft gestudeerd, schat zijn kansen op een baan redelijk in. ‘En ik ben natuurlijk niet als productmanager geboren, dus ik kijk ook naar andere functies.' Hij oriënteert zich nu op zowel ict- en marketingfuncties, maar consultancy zou ook een optie zijn: ‘Ik zie op allerlei vlakken interessante mogelijkheden.'

Willé is niet de enige honkvaste Vodafoner: als in februari de balans wordt opgemaakt, blijken tweehonderd van de 315 werknemers niet mee te willen naar Amsterdam.

Paul Smit
'De toekomst vind je hier' staat op een bordje bij de vitrine met de nieuwste modellen mobiele telefoons op het Vodafone-hoofdkantoor. Niet voor Jules Nijst (49). Zijn loopbaan bij Vodafone houdt per 1 september op. Dit is de tweede keer dat de ‘segment marketingmanager prepaid' met een bedrijfsverhuizing te maken krijgt. Als in 2006 zijn toenmalige baan bij Philips naar Hongkong wordt verplaatst, blijft hij achter en solliciteert bij Vodafone. Na het nieuws van tien oktober zegt hij meteen tegen zijn vrouw: ‘We gaan naar Amsterdam. En wij gaan niet mee.' Nijsts vrouw is zelfstandig hr-adviseur en heeft een vaste klantenkring in de regio; voor haar was verhuizen geen optie. En Nijst liep bovendien zelf ook al enige tijd met een plan rond: wijnboer worden. ‘Onder de blote hemel werken in plaats van onder een systeemplafond.' Inmiddels heeft hij zich aangesloten bij een wijngaard vlakbij het dorpje Ulestraten, op zo'n vijf kilometer ten Noordoosten van Maastricht. Daar maakt hij binnenkort voortaan niet alleen zijn handen vuil, maar neemt hij ook de marketing en verkoop van de wijn voor zijn rekening: ‘Juist die veelzijdigheid van een eigen onderneming trekt me aan: je bent eigenlijk nooit uitgeleerd.' De marketeer volgt naast zijn werk al twee jaar cursussen en brengt vakanties door op wijngaarden. Ook zonder de verhuizing had hij deze stap wel genomen, maar dan waarschijnlijk pas veel later. ‘Nu gaan in april de stokken de grond in.'

Niet alle Vodafoners nemen de gedwongen verhuizing zo lakoniek op als Willé en Nijst. ‘Drie tissuedozen zijn ervoor nodig geweest om mijn tranen te deppen. Ik heb echt gerouwd', schrijft Sarah van Dee op de site www.ikgameenaaramsterdam.nl, waar medewerkers alvast kunnen kennismaken met Amsterdam en hun verhuisperikelen kunnen delen. Van Dee schrijft hoe ze na ruim vijf jaar op en neer reizen tussen Amsterdam en Maastricht twee maanden eerder definitief voor haar grote liefde en Vodafone in Maastricht had gekozen. ‘Maar na 2 maanden werd dit alles uit mijn handen getrokken. Het weekend voor de einddatum hebben we de knoop doorgehakt: wij blijven hier.' Inmiddels lijkt ze de voordelen van het Limburgse leven te hebben omhelst en wenst ze haar vertrekkende collega's het beste toe: ‘Wij gaan lekker picknicken in de heuvels. Jullie op Zandvoort, waar je na drie uur file en 20 euro in de parkeervreter, de zweetlucht van je buurman ruikt en zijn zonnebrand in je broodje proeft.'

Uit cijfers van het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) blijkt dat gemiddelde 46 procent van hbo'rs en 59 procent van de academici bereid is te verhuizen voor een baan. Dat percentage is aanzienlijk hoger bij nieuwkomers op de arbeidsmarkt en neemt af met het aantal jaren werkervaring. Zo is nog zeventig procent van startende hbo'rs en 81 procent van startende academici bereid te verhuizen, maar is dat na vijf jaar werken nog slechts 44 en 59 procent. ‘De gemiddelde medewerker bij Vodafone is al een jaar of acht in dienst, is midden dertig, heeft een werkende partner en is sterk gehecht aan de streek', zegt Vodafone's human resources-directeur Paul Smits. Dat de verhuisbereidheid bij zijn werknemers zo laag is, verbaast hem dan ook niet. Daarbij speelt volgens hem ook mee dat het leven in de Randstad minder comfortabeler is dan in Limburg: ‘De huizenprijzen zij hier lager en er zijn veel minder files.' In de maanden voorafgaand aan de bekendmaking, gokte Smit nog op vierenveertig procent meeverhuizers, de rest van zijn collega's zette lager in. ‘Daarom wilde we na 10 oktober zo snel mogelijk duidelijkheid geven', zegt Smits: over de betrokken functies, de kantoorlocatie, maar ook over het sociaal plan. Zodat in de kerstperiode met de achterban overlegd kon worden.'

Vodafone biedt een financiële regeling en hulp bij het zoeken van een nieuwe baan. Werknemers die niet mee willen raken wel hun baan kwijt, maar niet hun recht op een ww-uitkering. Voor ieder gewerkt dienstjaar tot en met 1 september krijgen zij een bruto maandsalaris uitgekeerd, vermenigvuldigd met een correctiefactor: de uiteindelijke vergoeding ligt iets hoger dan de standaard ‘kantonrechtersformule' (zie kader).




'Ik beschouw mezelf als één van de gelukkigen', zegt de jonge en ongebonden webspecialist Richard Mes (25). Hij kijkt uit naar de verhuizing. Voor hem waren geen eindeloze gesprekken bij het koffieapparaat nodig: hij voorzag op 10 oktober al dat zijn baan verplaatst zou worden, of ‘impacted' was, zoals de organisatie het noemt. Mes houdt voor de afdeling corporate affairs alles bij wat er over Vodafone op het web wordt gezet: checkt communities, weblogs en fora, en speelt in op discussies die daar spelen. Dat kan hij in principe vanaf iedere locatie doen, maar bij het monitoren van al die online processen werkt hij nauw samen met partners. En die zitten in de Randstad. ‘Nu ontmoeten we elkaar vaak halverwege, bijvoorbeeld in Den Bosch, anders ben je drie uur onderweg.' De afdeling die hij heeft helpen opzetten, is pas een half jaar oud en Mes heeft nog allerlei plannen.

Ook Soraya Cordoze (single, 42) is niet van plan haar baan op te geven. Ze werkt ruim elf jaar bij Vodafone en heeft zich van managementassistent opgewerkt tot channelspecialist bij marketing communicatie. ‘Ik heb me wel afgevraagd of ik me verloren ga voelen in de grote stad, maar gelukkig gaat het grootste gedeelte van mijn afdeling mee en hebben we steun aan elkaar.' Bij Cardoze's keuze heeft ook haar hobby een rol gespeeld: Afrikaanse percussie. ‘Dat leeft daar veel meer.'

Mes zoekt een appartement in de regio Utrecht: ‘Amsterdam is te druk en rumoerig' en Cardoze heeft een koophuis in Watergraafsmeer op het oog. Vodafone geeft financiële ondersteuning: neemt de makelaar, de notaris, de verhuizing en een gedeelte van de inrichtingskosten voor zijn rekening. Wie binnen een straal van zestig kilometer van het kantoor gaat wonen, krijgt bovendien drie maanden brutosalaris netto uitgekeerd en wie de auto laat staan, krijgt een ov-jaarkaart eerste klas. ‘We wilden mensen echt een keuze bieden en niet het zo lastig maken dat we in feite al voor hen beslissen', zegt Smits, die zelf ook meegaat naar Amsterdam: ‘Ik zit misschien in een iets andere prijscategorie dan de gemiddelde werknemer, maar ook ik word ongelukkig als ik zie wat ik in de omgeving van Amsterdam kan krijgen.' Cardoze's nieuwe woning komt pas in 2009 beschikbaar: voorlopig zal ze heen en weer pendelen, zoals veel van haar collega's: ‘Eerst rustig kijken wat de leuke buurten zijn en dan pas beslissen.' Ook Mes verwacht nog veel tijd in Maastricht door te brengen. ‘Ik kies nu voor mijn carrière, maar kan die toch combineren met m'n sociale leven in Maastricht? Ik zal in de weekenden wel vaak terugkomen.'





Hoofdkantoor Vodafone
Waar in 2010 het tweede Vodafone hoofdkantoor open moet gaan, ligt nu nog een bouwput. Tot die tijd wordt uitgeweken naar een kantoor bij station Sloterdijk. Maar eerst moet de organisatie nog het verlies van tweehonderd werknemers compenseren. Bovendien zijn er nog vijftig vacatures te vervullen die in Maastricht ook al openstonden. Daarvoor is grof geschut ingezet. Naast de bouwput, in het oude Post CS-gebouw naast het Centraal Station, is een speciaal Vodafone recruitment centre ingericht.

Marieke Linders moet als hoofd recruitment met haar team de klus gaan klaren. Naast controllers, juristen en secretaresses is er vooral behoefte aan marketing- en salesmedewerkers, pricing-specialisten en online-specialisten. De belangrijkste posten, tien senior managementposities, zijn vervuld met interne promoties van Vodafoners uit andere landen. De dertig middelmanagementfuncties verwacht Linders in mei rond te hebben. Aan de overige vacatures wordt hard gewerkt. Werven in Zuid-Limburg is niet hetzelfde als werven in de Randstad, merkt Linders: ‘In Limburg is Vodafone een A-merk. Hier hebben kandidaten rustig meerdere sollicitaties tegelijk lopen.' De nieuwe wervingscampagne is toegespitst op de meer ‘bijdehante' Randstad-werknemer, met teksten als ‘Salesspecialisten: schrijf alvast je ontslagbrief' en ‘Management controllers: pak je spullen maar in'. Linders: ‘In Maastricht kan Vodafone zich langere sollicitatieprocedures veroorloven, maar de concurrentie in de Randstad dwingt tot snelle beslissingen. Een sollicitatiegesprek tussen vluchten op Schiphol door is geen probleem en de Maastrichtse managers komen regelmatig naar Amsterdam om gesprekken te voeren met potentiële kandidaten.'

Intussen wordt in Maastricht de verhuizing voorbereid. Voor zover mogelijk dragen de huidige werknemers hun werk alvast over aan hun plaatsvervangers. Om te voorkomen dat over een paar maanden met de tweehonderd werknemers ook een schat aan kennis de deur uitloopt, is de afdeling programme management ingeschakeld. Smits: ‘Die overlegt met de managers van alle afzonderlijke afdelingen en inventariseert welke kritische kennis daar aanwezig is.' Een groot deel van die kennis wordt vastgelegd in zogenoemde kennismanagementsystemen.




De verhuizing trekt een zware wissel op de organisatie, werknemers staan extra onder druk en de tocht naar Amsterdam kost Vodafone niet alleen miljoenen euro's, maar bovenal een hoop goede en loyale werknemers. Is dat het waard? Smits vindt van wel. ‘Limburg is mooi, maar wel het meest extreme puntje van Nederland.' Maastricht is volgens hem gewoonweg te ver verwijderd van de Randstad. In meerdere opzichten. ‘De mobiele markt ontwikkelt snel. Vroeger draaide het om bellen en sms'en, nu verdienen we onze boterham ook met internet en zakelijke oplossingen. Vodafone ontwikkelt regelmatig nieuwe producten in overleg met klanten en even snel bij elkaar komen voor overleg is nu lastig.' Vodafone is nu ook ver verwijderd van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen waarbij mobiele producten een rol kunnen spelen, zoals de fileproblematiek, zegt Smits. En het westen loopt volgens hem bovendien voor met consumententrends: ‘Amsterdam is een echte media- en internetstad en dat werkt als een magneet voor nieuw talent: De jonge generatie, de internetgeneratie, die snapt hoe de laatste gadgets en telefoons werken, die heb ik nodig.' Hij moet ze alleen nog vinden. En wel voor 1 september.

donderdag, april 03, 2008

Wat ik nog zeggen wou...(in gesprek met mijn oma)

Ik ga toch werken in Amsterdam! Morgen ga ik kijken naar een huurwoning vlakbij papa en mama, leuk hè? Het is een heel mooi appartementje! Wel piepklein maar dat geeft niet. Moet niet teveel eisen anders vind ik nooit wat leuks. En altijd maar bij papa en mama logeren gaat ook vervelen haha!

Oh en wist u dat ik stukjes schrijf voor een website van mijn werk? Gericht op medewerkers van Vodafone die mee verhuizen naar Amsterdam. Elke maand moet ik daarvoor een artikeltje schrijven. En vandaag kreeg ik een artikel in handen van een heus tijdschrift, een magazine, waarin een artikel stond over meeverhuizen met de baas. En raad eens? Mijn artikeltje werd daarin genoemd! En ik ook! Met naam en achternaam! Het was zelfs in het Engels vertaald en dat maakte het nog grappiger! Mijn hele privé leven werd uit de doeken gedaan, Lars werd aangehaald als mijn “love-of-a-life-time boyfriend”! Hilarisch!
Zou dit mijn doorbraak betekenen in schrijversland? Ik schrijf ook columns, en die vergeet ik elke keer mee te nemen als ik u kom opzoeken. Volgende keer neem ik ze mee hoor! Maar het artikel heb ik wel bij me! Zal het even pakken…

En die Geerd Wilders is me ook een ei he? Dat ie nou toch een film heeft, wat een malloot! Ik had veel meer respect voor hem gehad als hij geen film had gehad. Dan had hij pas echt een punt gemaakt. Dan had hij kunnen aantonen wat een belachelijk land dit is, dat er paniek ontstaat voordat er überhaupt een film is! We wonen in een raar land. Misschien emigreer ik later wel hoor…

En zo zijn er nog vele honderden dingen die ik aan u wilde vertellen, waar ik uw mening over wou. Ik spaar ze op, onthoud ze, zodat ik ze niet vergeet tijdens een volgend bezoek. Nu vertel ik u alles in gedachten.

Ik nodig u uit in mijn leven, u mag het van dichtbij komen volgen.
U kunt mijn huis in Maastricht komen bekijken, mijn paaldanslessen bijwonen, mijn kat aaien en zelfs misschien even langskomen op mijn werk. U mag mijn boeken lezen, mijn fotoalbums bekijken en mijn kookravage bewonderen.

Dood bent u misschien, maar afwezig zeker niet.
Dag Oma.

My 1 minute of fame in "Intermediair" of April

Al lezende kwam ik in ene mijn eigen naam en citaten uit 1 van mijn artikels voor Vodafone tegen. Ik was verbijsterd...maar vooral aangenaam verrast!

Bronvermelding: Het artikel komt dus uit de Intermediair van 3 april 2008.

Lees hieronder het Artikel (in het engels, schuingedrukt gaat over mij):

Intermediair, issue 14 - 3 April 2008

Vodafone’s move ups and downs

What do you do when your boss moves?

Vodafone opens a second head office in Amsterdam. Three hundred jobs move from Maastricht to Amsterdam. Two hundred people are not following their job move. ‘It boiled down to being asked to uproot my family and my life here for a job I’ve already been doing for six years’.

► They had no idea. The senior managers of Vodafone had a training scheduled in Kerkrade that day. But that was cancelled at the last minute: if they could please all be at Kasteel Vaeshartelt, just outside Maastricht, at nine am for an update on the company’s strategy. There, CEO Guy Laurence explains the plans with a few powerpoint slides. Nothing shocking. Until he says that the company with the current efforts as such, will not be able to meet the targets. According to the top management more is needed: a move from Maastricht to Amsterdam.
Quiet and stunned the managers, a large number of whom have been working for the company since the start twelve and a half years ago, listen to Laurence’s arguments. How important it is to be close to the customers, partners and stakeholders, and how much easier it will be to attract new talent when based in Amsterdam, especially people for online, marketing and sales jobs, so difficult to recruit in southern Limburg. And it doesn’t concern the whole of Vodafone, says Laurence, it will be a second head office in Amsterdam. Out of 2800 employees, only 315 jobs will move. It mainly concerns commercial roles. Laurence and six other directors will also move.
When the CEO has finished, the consequences begin to dawn upon the audience. Which roles are impacted? What are the timelines? What happens if you don’t want to move? The top management doesn’t have all the answers; in six weeks there will be clarity on individual job level. Only the move date is clear: 1 September 2008.

Radomir Willé (37), product manager enterprise marketing, would have been celebrating his 10 years at Vodafone this coming September. Now he hopes to have found another job before that date. On 13 December last year he received – like all the others – the final decision: his job will move to Amsterdam. Willé had six weeks to decide: moving or finding another job. ‘It boiled down to being asked to uproot my family and my life here for a job I’ve already been doing for six years. I give up all I have now but my work stays the same; that is not a challenge’.
If Willé had joined just recently or if Amsterdam had meant a promotion, he would have considered moving, but not like this. Willé’s wife also has a job in this region and their 2-year old son – often looked after by his parents and in-laws – they rather see him growing up here than in the Randstad. After the initial scare Willé now sees the move as the final push he needed to take a new step. ‘Ten years at Vodafone is great, now I’m in for something new’. He is looking for a new job within one hour traveling distance from his home. ‘If that doesn’t work I might broaden my scope to cities like Brussels, Leuven or Aachen, but we’ll see’. Willé, with degrees in electrical engineering as well as business administration, estimates his chances for a new job quite positively. ‘And I was not born as a product manager, so I’m also looking at other functions’. He is now orienting himself on ict as well as marketing functions but consultancy could also be an opportunity: ‘I see opportunies in a number of areas’.
Willé is not the only home-loving Vodafone employee: when the six weeks have passed and the numbers are added in February, two hundred of the 315 impacted employees will not be following their job.

‘The future is here’ says a sign on a display with the latest models mobile phones at the Vodafone head office. Not for Jules Nijst (49). His career at Vodafone will end on 1 September. This is the second time that the ‘segment marketing manager prepaid’ has to deal with a move by his employer. When in 2006 his job at that time with Philips is moved to Hongkong, he stays behind and applies for a job with Vodafone. After the news on 10 October, he immediately says to his wife: ‘We are going to Amsterdam. And we are not going with them’. Nijst’s wife is a self employed HR advisor and has a strong network of customers in the region; for her moving was not an option. And Nijst himself had been thinking about a dream for quite some time: becoming a winegrower. ‘Working under the open skies instead of an office ceiling’. He has now joined a vineyard close to the village of Ulestraten, about five kilometers northeast of Maastricht. In that spot he will shortly not only be literally working with his hands, but also handle the marketing and sales of the wine. ‘Especially the diversity of being self employed is what attracts me: you are never finished learning’. For the last two years, the marketeer has been following courses next to his job and spending holidays at vineyards. Even without the move, he would have taken this step, but probably much later in time. ‘As it is, I will be planting grapevines in April’.

Not all Vodafone employees are as relaxed about the move as Willé and Nijst. ‘Three tissue boxes were needed to dry my tears. I really mourned’, writes Sarah van Deel on the site www.ikgameenaaramsterdam.nl, where employees can acquaint themselves with Amsterdam and share their personal ups and downs concerning the move. Van Dee describes how – after five years of traveling between Amsterdam and Maastricht and only two months before the move announcement – the balance finally swung in favour of her love-of-a-lifetime boyfriend and in favour of Vodafone, both in Maastricht. ‘But after 2 months this was abruptly taken away. The weekend before the deadline we tied the knot: we are staying here’. She seems to have embraced the advantages of life in Limburg and wishes her moving colleagues all the best: ‘We will be picknicking in the hills. You at Zandvoort, where you end up after three hours of traffic jams and 20 Euros of parking fees, where you smell your neighbour’s sweat and taste his sun lotion on your sandwich’.
Statistics from the Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek AGO (Labourmarket Behaviour Research) show that on average 46 percent of higher educated people and 59 percent of university educated people are willing to move for a job. That percentage is substantially higher when people are new on the labour market. It decreases with the years of job experience. When starting on the labour market 70 percent of higher educated and 81 percent of university graduates are willing to move, but after five years this has declined to only 44 and 59 percent. ‘The average employee at Vodafone has been with the company for some eight years, is in his mid-thirties, has a partner with a job and has strong ties to the region’, says Paul Smits, Vodafone’s human resources director. That the willingness to move is so low amongst his employees, doesn’t surprise him at all. Something else to take into account, according to him, is the fact that life in the Randstad is less comfortable than in Limburg: ‘Housing prices are lower here and there are much less traffic jams’. In the months prior to the announcement, Smit was expecting some 44 percent of impacted people to follow their job move, some of his colleagues thought this would be less. ‘That is why we wanted to give clarity as soon as possible after 10 October’, says Smits: about which roles were impacted, the office location but also the compensation package. ‘So that everyone could use the December holidays to talk it over at home’.
Vodafone offers financial compensations and support in finding a new job. Employees who don’t want to move will lose their job, but not their entitlement for unemployment benefit. For each year employed until 1 September, they receive a gross month salary, multiplied by a correction figure: the final compensation is slightly above the standard ‘court package’ (see separate column).

‘I consider myself as one of the lucky ones’, says web specialist Richard Mes (25), young and without ties. He is looking forward to the move. For him no need for endless conversations at the coffee machine: he expected his job would be moved, or would be ‘impacted’ as the organization calls it. Mes works in the corporate affairs department and scans everything that is being posted on the web about Vodafone: he monitors communities, weblogs and fora and participates in discussions there. In principle this can be done from any location, but in monitoring all these online processes he closely works with partners. And these are all located in the Randstad. ‘Now we often meet halfway, for instance in Den Bosch, otherwise it takes three hours for traveling’. The team he is part of was formed with his help only six months ago and Mes has all kinds of plans for the future.
The same is true for Soraya Cardoze (single, 42) who also intends to keep her job. She has been with the company for over eleven years and has climbed the ranks from management assistant to channel specialist in marketing communications. ‘I’ve thought about whether I would feel lost in such a big city, but fortunately most of my department will be coming as well so we can help each other’. In making up her mind, Cardoze’s personal hobby also played an important part: African percussion. ‘That is so much more popular there’.
Mes is looking for an apartment in the Utrecht region. ‘Amsterdam is too crowded and noisy’ and Cardoze is thinking of buying a house in Watergraafsmeer. Vodafone gives financial compensation: the company pays for the estate agent, the notary, the move and part of the redecoration costs. Anyone who will be living within a diameter of sixty kilometers from the office, receives three months gross salary in net payment and a first class public transport subscription for anyone who leaves his car at home. ‘We wanted to offer people a real choice, and not make it so hard that in fact we would be taking the decision for them’, says Smits who is also moving to Amsterdam himself: ‘I might be in a slightly different price range when looking for a house than the average employee, but for me as well it’s disheartening what I can get in the Amsterdam region’. Cardoze’s new house will not be available until 2009: in the meantime she will be traveling a lot, like many of her colleagues: ‘Let’s find out first what the nice neighbourhoods are before taking any final decisions’. Mes also expects to be spending quite some time still in Maastricht. ‘I now choose for my career, but why can’t I combine that with a social life in Maastricht? I will be coming back in the weekends quite often’.

Where the new Vodafone head office will open its doors in 2010, is now still a building site. Until that time a solution is found with an office building near the Sloterdijk train station. But first, the organization has to compensate the loss of two hundred employees. On top of that there are another fifty long time vacancies to fill. To succeed in this everything is geared up to the max. Next to the building site, in the old Post CS building adjacent to the Central Station, a special Vodafone recruitment center has been installed.
Marieke Linders is heading the team there. Besides controllers, legal people and administrative personnel there is a need for marketing and sales people, pricing specialists and online specialists. The most important vacancies, ten senior management positions, have been filled by internal promotions from other Vodafone countries. The thirty middle management positions are expected to be filled in May, according to Linders. Much effort is also put into filling all other vacancies. Recruiting in southern Limburg is not the same as recruiting in the Randstad, notices Linders: ‘In Limburg Vodafone is an A-brand. Here, candidates are comfortable with several applications in parallel.’ The new labourmarket campaign is aimed at the more bold type of Randstad employee, with lines like ‘Sales specialists: why don’t you start writing your resignation’ and ‘Management controllers: why don’t you start packing your things’. Linders: ‘In Maastricht Vodafone can afford longer recruitment processes, but the competition in the Randstads asks for speedy decisions. A job interview at Schiphol, in between flights is not a problem and Maastricht based managers regularly come to Amsterdam to conduct interviews with potential candidates.’
In the meantime, in Maastricht the move is being prepared. Where possible, current employees train their successors. To avoid a loss of knowledge which is in two hundred people’s heads, the programme management department has been engaged. Smits: ‘They talk to the managers of each individual department and map the critical knowledge areas.’ The greater part of that knowledge is being captured in so called knowledge management systems.

The move is taking its toll on the organization, employees are under pressure and the journey to Amsterdam is not only costing Vodafone millions of Euros, but above all many good and loyal employees. It is all worth it? Smits thinks it is. ‘Limburg is beautiful, but at the same time the most outer part of the Netherlands’. In his view Maastricht is simply too far away from the Randstad. In many ways. ‘The mobile market develops fast. In the early days we earned our living with simply calling and texting, nowadays we also focus on internet and enterprise solutions. Vodafone often develops new products in cooperation with customers and a quick face to face meeting to discuss is difficult at present’. Vodafone is also a long way removed from certain societal trends in which mobile products could play a part, such as the traffic congestion issue, says Smits. And the Randstad area is in his view a trail blazer in consumer trends: ‘Amsterdam is a true media and internet city and that works as a magnet to attract new talent: The young generation, the internet generation, who know what the latest gadgets and phones can do, those are the ones I am looking for.’
All he has to do is find them. Before 1 September. ◄

Separate columns:

Working in Limburg
‘In southern Limburg it is more difficult for a highly educated person to find a job than in the Randstad’, says Michel van Smoorenburg of the CWI Netherlands South-East. In southern Limburg there are according to the CWI website (werk.nl) 1207 vacancies for people with a higher education degree and 172 for people with a university degree. Around Amsterdam these numbers are respectively 1935 and 287 according to the CWI statistics.
The opportunities in the region have improved drastically compared to for instance three years ago, although CWI cannot substantiate that with hard figures. ‘With the right education, experience and attitude highly educated people should be able to make it’. They might have to be more flexible, regarding the type of function one is looking for, as well as the location of a new employer. The more specialized a function is, the smaller the supply. And of course it doesn’t help that the people staying here will become each other’s main competitors on the labour market. Van Smoorenburg doesn’t rule out the possibility that part of the Vodafone workforce will have to look across the border, Belgium or Germany, a few kilometers further down the road.

Mandatory move
When an employer forces his workforce to move, we speak of a ‘one-sided change in an employment contract’. An employer needs to be able to defend the need for the move, for instance by stating that it is not desirable that employees spend more than three hours traveling each day, due to the employer’s decision. Based on good employee-ship the employee is subsequently obliged to accept the move, conditional to a reasonable proposal. ‘What is meant with ‘reasonable’ is not legally described in detail’, says lawyer Diana Simons, specialized in labour law, ‘but one should think of financial compensations for moving house, estate agent’s costs etc.‘ Someone who can make a case that moving is not an option due to personal circumstances, can suit for rescission of his contract at the regional court and ask for a compensation. It is up to the court to decide whether this will be granted or not. If so, the employee retains his entitlement for unemployment benefits because the rescission is caused by an employer’s decision. In Vodafone’s case a collective package of compensation has been agreed upon.

Vodafone Group
Vodafone Netherlands is part of the Vodafone Group, established in 1982 in the UK and active in 65 countries. The group entered the Dutch market in 1995 with mobile communication provider Libertel and opened a Dutch head office in Maastricht. In 2002 the brand changed to Vodafone – ‘voice data fone’. Measured in revenues and profitability the company comes second after KPN in the Dutch mobile market. The company has 252 million customers worldwide, of which 4 million in the Netherlands. Vodafone Group revenues in 2006/2007 totalled approx 41 billion Euros. Vodafone Netherlands employs around 2800 people.

Written by Lorain O’Mahoney

woensdag, april 02, 2008

Up yours Honolulu!

Dat kleine detail waren ze even vergeten te vertellen. Hoe kun je, in vredesnaam, iemand vergeten te vertellen dat er een buis in haar anus gaat verdwijnen van 30 cm lang en zeker 2 cm doorsnede? In het ziekenhuis dus.
Nadat ze mij 1 uur lang in de wachtkamer hadden laten zitten, ging ik maar even polshoogte nemen bij de receptie. Waarom duurde het zo lang? De olijke receptioniste lachte me toe, er was inderdaad een sproetje tussen door gekomen maar ze ging het roggelen voor me. Zucht.

Een frisse boerenjongen arts genaamd Frederik loopt op me af. Oh nee, denk ik. Hij is veel te leuk en fris om naar mijn anus te mogen kijken.
Hij begeleidt mij naar mijn kleedcabine, of ik alles uit wil doen behalve mijn beha en sokken, en dan vervolgens dat groene schort wil aan doen. Ik kijk geschokt. We gingen toch alleen röntgenfoto’s maken van mijn buik? En nu moet ik een billen-bloot-schort aan?
Of ik wel wist wat de ingreep inhield vroeg de boerenbonte arts op serieuze toon. “Ingreep?” hyperventileer ik.
“F-f-foto’s maken?” stamel ik.
Maar nee; eerst brengen ze een buis voorin in, en daarna achterin en dan moet ik poepen op “de troon” zoals ze hem hier intern noemen, grapt de boerenbonte arts. Ik was echter nog in shock blijven hangen bij “we brengen een buis aan in uw vagina”.
Als de arts mij alleen laat om mij om te kleden realiseer ik dat ik niet meer weet wat er nou uit moest, of aan… Verdwaast trek ik dat schort aan. De arts begeleidt mij de kamer in, waar 2 andere artsen zijn. Nog meer artsen? Ik schuifel vertwijfeld weer achteruit…

Er is maar 1 oplossing in deze situatie. Doen of ik niet besta. Doen of deze situatie niet gebeurd. En zo geschiedde het.
Terwijl ik op de tafel lag en de vrolijke doch bezorgde artsen buizen inbrachten en mij vroegen naar mijn hobby’s, zat ik op Honolulu. Weliswaar met een buis in mijn anus, (op mysterieuze wijze lukte het mij niet die weg te denken) maar hé, er gebeuren wel vreemdere dingen op Honolulu.

“Zo!” Roept de arts uit, “dan mag je nu poepen! Op de troon, daar keek je natuurlijk wel naar uit hè?” Ik geloof niet, dat deze arts door heeft dat ik 25 ben. Ik schuifel richting de troon en merk verschrikt op dat er achter het anti-stralingsscherm nog 2 co-assistenten staan…die naar mij zwaaien…
Terwijl ik plaats neem op de troon, doe ik mijn uiterste best om onzichtbaar te worden: dit gebeurd niet, ik ben hier niet, waar ligt Honolulu ook al weer?
“Jaaaa” roept de arts “toe maar! En stop maar! En persen! En ophouden! Ennnnnn….laat maar gaan!”

Finally, mag ik hier weg. De co-assistenten houden hun duimen bemoedigend omhoog en de arts zwaait nog even. Dag Honolulu. Daar ga ik dus nooit meer heen!

zondag, maart 30, 2008

Move! (Column voor Vodafone 17 maart 2008)

Ik kreeg de opmerking dat het wel te merken was in mijn artikeltjes dat ik niet blij ben met de move naar Amsterdam. Ja, gek hè? 2 maanden nadat ik hier als Amsterdamse woonde en werkte, kwam de aankondiging.
Mijn leven was net wat rustiger geworden. Na 5,5 jaar op-en-neer reizen tussen Amsterdam en Maastricht, heb ik ervoor gekozen om mijn grote liefde voor altijd in mijn armen te sluiten en daarmee het Bourgondische leven, en Vodafone. So excuse me if i’m not amused!

Dolblij was ik, met mijn baan bij Vodafone. Maar na 2 maanden werd dit alles uit mijn handen getrokken.
Als behang wat net in je nieuwe huis hangt maar eraf komt bladderen, als de nieuwe jurk die eenmaal thuis toch boven budget blijkt, als die lieve poes die je nieuwe Glossy aan flarden krabt.
Eerste reactie? We verhuizen mee! …Of toch niet?...
En zo begon het wikken-en-wegen, de blijdschap, de onenigheden en het verdriet; 3 tissuedozen zijn ervoor nodig geweest om mijn tranen te deppen. Ik was op een middag niet eens meer in staat om te werken.
Ik heb echt gerouwd. Het weekend voor de einddatum hebben we de knoop doorgehakt: wij blijven hier.

En oh wat gaan we het leuk hebben! Veel leuker dan jullie*! Het weer is hier mooier, de mensen vriendelijker, de huizen goedkoper, en hier hebben ze verse vlaai. Jullie zitten straks aan de Multi-vlaai.
Hiervandaan zit je binnen een uur in grote steden zoals Brussel en Aken.
Vanuit Amsterdam ben je zo in wereldsteden als Abcoude, Hoorn, Purmer-end, Datsylel of het spetterende Almere.
Wij gaan lekker picknicken in de heuvels. Jullie op Zandvoort, waar je na 3 uur file en 20 euri in de parkeervreter, de zweetlucht van je buurman ruikt en zijn zonnebrand in je broodje proeft.

Mocht je ooit het Bourgondische leven gaan missen, in zeg 3 weken na je verhuizing, ik heb nog wel een logeerkamer waar je op mag. En zo niet, mag ik dan bij jou logeren als ik mijn thuis mis?

* Jullie = verwijzing naar degenen die gaan verhuizen naar A’dam e.o.

woensdag, maart 12, 2008

Ginny

Een van mijn grote liefdes in dit leven heet Ginny a.k.a. Ginny-poes, poezevrouwtje, stuiterbal of pluizebol.
Zoals met alle poezen heeft zij óns gekozen.
Toen wij eenmaal op de bank in de kattenkamer van het asiel zaten, nestelde zij zich al snel bij mijn vriend op schoot en maakte het leven, van de andere naderende viervoetige pluizebollen, zuur.
We konden niet anders dan te smelten voor haar prachtige groene ogen en haar felle karakter. Het asiel waarschuwde ons dat het een angstig poesje was. Maar wij waren verkocht! Give us the cuddely thing!

Eenmaal thuis maakte mevrouw meteen duidelijk dat dit haar wel beviel, waar de meeste katten zich meteen verstoppen, sprong zij uit het reismandje, kwam naar ons toe en gaf ons flinke kopjes. Waarna ze in een hyperventilatie aanval verviel en ons in totale paniek door het huis liet rond rennen om haar rustig te krijgen.

Inmiddels hebben we mevrouwtje poes al 3 jaar. Vrijdag wordt ze 4 en ja, dat wordt gevierd. Ginny-poes hoort bij ons, zij is ons kindje. Terwijl ik dit opschrijf besef ik hoe ziekelijk dit klinkt, maar ik kan het niet anders verwoorden.
Ze gedraagt zich ook zo! Ik kan geen kartonnen doos laten staan of zij zit er in, ik ben al meerdere malen bijna het huis uit gelopen met in mijn rugtas een poes, je kunt niets laten slingeren zonder dat het kapot gekauwd word (heb ik een poes of een hond?), ik kan mijn vriend niet knuffelen of andersom zonder dat er een klagelijk gemiauw naast ons opstijgt “ik ook!”. Ze ligt altijd op de grond. Ze maakt lawaai als wij willen slapen. En waar jij bent daar moet zij ook zijn. Dat komt er op neer dat je niet kunt douchen of plassen zonder dat de kat mee moet het toilet of de badkamer op.

Zij is mijn sprankeltje geluk in dit leven. Als ik op een doordeweekse dag wakker wordt en zij zit naast mij op het bed barstensvol geknor naar mij te kijken, dan bolt mijn hart op van geluk. Ik begraaf mijn gezicht in haar vacht en fluister: je bent de allerliefste poes van de hele wereld, pluizebol!
Zij fleurt mijn hele dag op, een ochtendhumeur is er niet bij als zij met vibrerende staart door de keuken paradeert: “Brokjes! Brokjes!”.
S’nachts kruipt ze tussen ons in, ligt ze daar als een soort worst te braden. Op de bank klimt ze ongegeneerd boven op ons en als het haar niet zint hoe wij zitten worden we net zo lang boos aangekeken tot we zuchtend verzitten en zij met tevreden geknor tussen ons in opkrult. Ze mag zoveel, écht teveel. Maar ze is zo lief. Die onvoorwaardelijke liefde die ik voor haar voel is enorm.
Ginny-poes, je moet nog heel lang bij ons blijven hoor! (Vanavond mag je op schoot voor de laptop, dan lees ik je de column wel voor)

maandag, januari 28, 2008

It's a jungle (Column voor Vodafone 28 januari 2008)

In Amsterdam is winkelen Topsport! Ga eens op zaterdagmiddag naar de Kalverstraat, dat is spectaculair!
Je loopt hutjemutje van de ene winkel naar de andere. Als je naar een, aan de overkant gelegen, winkel wilt zul je over een hele goede timing moeten beschikken om door de meute heen te komen. De winkels beschikken nog net niet over speciaal personeel die shoppers in nood bij hun tassie pakken en naar binnen trekken. En eenmaal binnen gaat het gevecht gewoon door.

Vertrouw op mij: It’s a jungle out there… Waar in Maastricht allemaal overzichtelijke rekken zijn in de uitverkoop moet je in Amsterdam werkelijk vechten voor een kledingstuk. Heb je eindelijk iets in handen dan moet je het vooral niet loslaten of enige desinteresse tonen want dan ben je het gewoon kwijt. Je ziet een flits, voelt een korte ruk en na een waas van parfum en blond haar kom jij tot de conclusie dat je mooie jurkje, laatste in jouw maat, verdwenen is.

Maar het allerergste zijn wel de Dol Dwaze Dagen in de Bijenkorf. Het winkelende publiek is ge-na-de-loos. Luxe producten voor weinig haalt het slechtste in mensen naar boven. 3 dagen lang zie je stofwolken uit de winkel komen. 4 op de schaal van Richter. En elk jaar weer verdwijnen er meer decorstukken en personeel. Vooral het stickers plakken eist elk jaar zijn tol onder het personeel. Volgens mij heeft 1 op 3 Amsterdammers een visagist van de Bijenkorf in huis.

In Maastricht kun je heerlijk rustig winkelen. Maar toch mis ik die gekte wel, die “hebbuh” mentaliteit, dat koopjes jagen. Dus als het uitverkoop is komt de Amsterdamse in mij naar boven. Ik trek de H&M ondersteboven, jaag de verkoopsters op de kast en ruk jurkjes uit de handen van nietsvermoedende vrouwluuj. Om vervolgens vol trots huiswaarts te keren met veel luxe producten. Voor weinig…

vrijdag, januari 25, 2008

Lovestory

Ik heb gedroomd vannacht dat jij me verliet. Hoe meer je mij kende hoe minder bijzonder jij mij vond zei je. Dat is een van mijn grootste angsten, dat jij me niet meer bijzonder vind.
Ik weet dat het onzin is, van de week nog nam je mij in jouw armen en zei je hoe bijzonder je mij vond. Ik doe je aan je moeder denken, voor de meeste vrouwen is dat geen compliment. Voor mij wel. Jij bent haar al jaren kwijt, en ziet haar terug in mij. Dat ik je dat kan geven, vind ik een geschenk.
Mannen schijnen in elke vrouw hun moeder te zoeken, tot ze haar gevonden hebben. Als ik jou aan haar doe denken dan houd dat in dat wij voor elkaar gemaakt zijn. Maar dat wist ik allang. Daar heb ik geen wetenschap voor nodig.

Bij jou hoef ik niet iemand anders te zijn, en tegelijkertijd ben ik 100 vrouwen. Ken je die reclame van de WE? I’m a bitch, I’m a lover, I’m a child, I’m a mother, I’m a sinner, I’m a saint, I do not feel ashamed. I’m your hell, I’m your dream, I’m nothing in between, you know you wouldn’t want it any other way.
Dat zegt het wel heel mooi. Jij legt mijn ziel bloot. Jij maakt mij aan het lachen, gillen van woede en huilen van vreugde.

Ik zie ons in elk liefdesverhaal. Elke film, elk lied gaat over ons. Misschien dat ik daarom zo moet huilen bij lovestory’s, omdat ik naar ons zit te kijken. Als wij elkaar weer vinden in Serendipity, als we groots en meeslepend liefhebben zoals in Titanic, als we onstuimige sex hebben in Grey’s Anatomy en als ik je verlies in The West Side Story. Wij zijn overal, jij bent er altijd in mijn gedachten. Soms op de achtergrond als ik werk, maar meestal heel aanwezig als ik bijvoorbeeld voor je kook.

Ik durf voor jou de hoer te spelen. Ik durf je bezitten als we de liefde bedrijven. Ik durf me helemaal over te geven aan jou, tot het genot een hoogtepunt bereikt en mijn kreunen sterven in tranen van passie.
Door jou durf ik meer. Jij hebt me gek gemaakt, letterlijk en figuurlijk. Ik dans op de bar, in de metro en op de fiets. Ik huil in een volle bus als je zegt dat je van me houd. Ik weet nu wat passie is.

Passie is van elkaar houden, lief, hartstochtelijk, geil, ruw en pijnlijk soms. De passie was er bij jou het eerst, na onze 2e date belde jij me op “jij, bent de vrouw van mijn leven, nu weet je het. Ik zal vechten voor je als dat moet.” Ik was overweldigd door die passie, maar je had me al. Je had me al zo lang. Je had me al op het moment dat we elkaar ontmoetten op die suffe site. Passie is dat ik vanaf het eerste moment dat ik je zag, wist hoe je eruit zal zien op onze trouwdag. Passie is sex in de kelder van een kroeg. Passie is mij na 1 maand relatie al ten huwelijk vragen en dat stug nog 6 keer doen. Passie is dat we al bijna 6 jaar samen zijn en mijn gevoel voor jou nog steeds groeit. Onze band nog steeds sterker wordt. En passie is dat de volgende keer dat je me ten huwelijk vraagt ik ja zal zeggen. Als je dat nog durft ten minste. Love y’a!

Aka the Junkies - Konijntje (sooo cute!)

Fout, fouter, foutst (Column voor Vodafone 17 januari 2008)

Als je als niet-Amsterdammer wilt integreren in Amsterdam zul je de kroeg in moeten. Gelukkig maar want Limburgers doen niets liever.

Je kunt niet zomaar naar elke kroeg om de ras-Amsterdammer in actie te zien, je moet naar een échte foute kroeg.

La Bastille. Het is er “gesjellig” je drinkt er een faasje en alle meissies zijn temeijers. Alle mannen wonen op de sportschool en eten biefstuk als ontbijt. Binnenkomen vergt heel wat energie gezien de kroeg niet groter is dan een gemiddeld toilet. Bij binnenkomst plet je onvermijdelijk wat volluk en eenmaal binnen word je zelluf geplet.

Als je eindelijk een drankje hebt, dan kijk je je doppen uit. Want alle intelligentie zit in die spierballen en borsten. Communiceren gaat niet, lichamelijk contact maken wel. Billen, borsten, (bier)buiken en armen. Alles leggen ze in je nek. Op het moment dat je voelt dat het nu écht té gezellig word met je achterbuur, is het tijd om te vertrekken. Op naar de sjeedijk!

Casablanca wordt in de volksmond uitgesproken als Caaaasjaaablankaaaa! Waarom wordt je al ver voor het café duidelijk.

De kroeg spuwt met bosjes lallende Amsterdammertjes uit. Laveloos liggen ze in de goot, Hazes is niet dood, Hazes leeft en Hazes wil hier naar binnen!

Het café ligt in de rosse buurt, oftewel de red light district, de wallen, de hoererij. Maar het is er sjó gesjellig! Als je binnenkomt grijpt ene Biancaaah je bij je lurven en sta je op het podium, mét microfoon en Sjiske de Rat op het menu. De dj krijgt je wel aan het sjingen met kreten als: “Sjingen kreng!” “Oh lala!” En “Affoeren maar!”.

Als beloning laat het hockeyteam hun memmen zien. Nu weet je waarom Amsterdammers zo schor klinken na een avondje stappen: Caaaasjaaaablaaaankaaaa!

Doen je doppen inmiddels pijn van het kijken? Dan heb ik nog 1 advies voor je: De Febo in de Leidschestraat is tot diep in de nacht open. Een wondermiddel tegen al dat bier, en mayonaise doet wonderen voor een zere keel.

Welterusten!




zaterdag, januari 12, 2008

Rood

Een klein adviesje was het begin van heel veel ellende. Ik wou dat ik nooit naar haar geluisterd had, maar het klonk zo mooi, te mooi om waar te zijn zoals ze zeggen. En dat gezegde is er niet voor niets, dat was het ook. Ik was pas 19 en moest mijn hele studie en leven zelf bekostigen met een bijbaantje, en wat “zakgeld” van de staat. Dat gáát niet.

Ik kwam al gauw op het punt dat ik extra boeken moest kopen, want nadat je al je boeken denkt te hebben gekocht, blijken er altijd boeken te zijn die stiekem niet op de boekenlijst stonden en toch wel hadden moeten worden gekocht.
Boeken waar je 100 euro voor neerlegt en dan 3 bladzijdes uit blijkt te behandelen. Ik heb in totaal 3 verschillende opleidingen gedaan en áltijd moeten er extra boeken worden aangeschaft. Het lijkt wel of die leraren een deal hebben met de uitgevers. Hoe meer boeken er verkocht worden, hoe meer airmiles ze krijgen en die kunnen ze weer inruilen voor roostervrije uren.
Wat er voor de student op neer komt dat je je blauw koopt aan boeken voor die ene leraar die je vervolgens het rest van het jaar niet meer ziet.

Ik zag de bankafschriften met stapels binnenkomen en het bedrag op mijn rekening werd steeds minder. Ik vroeg een medestudente om raad, haar advies: vraag een krediet aan bij de bank! Heb je ineens 1000 euro erbij om te besteden. Goed plan dacht ik!
Het einde van het jaar naderde, de afschriften en stapels nieuwe kleding om mij heen werden hoger. En rood was mijn rekening.

Omdat de opleiding mij niet bekoorde (of eerder ik hun niet maar das weer een ander verhaal) ging ik een jaartje werken. Ik verdiende goed voor mijn (ongeschoolde) leeftijd maar het besef dat ik van geleend geld leefde had ik totaal niet.
In die tijd ontmoette ik mijn huidige vriend, een rekenwonder en financieel talent. Maar hij wist niets van mijn geldproblemen, en zeker niet van de omvang.
Op zijn aanmoedigingen ging ik weer naar school. Hiervoor sloot ik eigenhandig een lening af. Maar ik maakte weer fouten, ik kreeg een krediet op mijn bankrekening en ik had de contracten van die lening niet goed gelezen.
Een paar maanden ging alles goed, totdat ik ineens op 2 rekeningen rood stond en een lening had waarvan ik het plafond bereikt had. De bank stalkte mij; of ik er wel voor zorgde dat er een bepaalde voeding binnenkwam op die rekening. Ik had geen flauw benul dat dat moest en ik had ook geen geld om dit te doen. En gezien ik geen tijd had voor een bijbaantje, ging ik op zoek naar raad bij mijn medeleerlingen.
Na 90% te hebben horen zeggen “mijn ouders betalen alles”, kreeg ik dodelijk advies nummer 2: leen van de IB groep! And the story just got worse...

Ik was 23 jaar oud en kreeg dreigbrieven van alle kanten, de bank, de ziekenzorg etc. Ik verdronk in mijn ellende.
Op dat punt heeft mijn vriend ingegrepen, we hebben een plan de campagne gemaakt en stap voor stap komt het einde nu in zicht.
Ik ben nu 2 jaar verder en het enige wat ik nu nog aflos is die lening. Dat is het enige waar ik geen spijt van heb. Door die lening heb ik eindelijk een goede baan, een toekomst.

Wat wil ik zeggen met dit verhaal? Pas op, pas vreselijk op. Kies niet voor de makkelijke weg. Banken zijn hypocriet, een krediet afsluiten is in een vingerknip gefikst, ervan af komen niet en verwacht geen medewerking van de bank. Ik kreeg dreigbrieven en tegelijkertijd een gratis creditcard opgestuurd. Ik was een makkelijke tante, zoveel geld van de bank “krijgen” is kicken, maar werken voor je geld geeft meer voldoening dan dreigbrieven krijgen.